Veel werkgevers verlangen van hun werknemers dat zij verplicht eerder aanwezig zijn en dus voor aanvang van hun dienst al op het werk zijn. Ook wordt vaak verwacht dat zij na afloop van hun dienst nog even blijven of het werk even afmaken. Het gaat vaak om maar vijf tot vijftien minuten. De reden hiervan is veelal organisatorisch, bijvoorbeeld omdat er een werkoverdracht moet plaatsvinden, omdat de werknemers zich op het werk moeten omkleden in werkkleding of omdat ze moeten opstarten of afsluiten. Vaak krijgen werknemers deze tijd niet betaald, maar mag dat eigenlijk wel?
In de wet staat dat een werknemer recht heeft op loon voor verrichte arbeid. Onder arbeidstijd wordt verstaan de tijd dat de werknemer onder gezag van de werkgever arbeid verricht.
Uit de rechtspraak blijkt dat de tijd dat werknemers eerder op het werk moeten verschijnen van de werkgever of na hun dienst moeten wachten van de werkgever, als werktijd kan worden beschouwd. De werknemer moet zich immers gedurende tijd beschikbaar houden voor de werkgever en ook het louter beschikbaar zijn van arbeidskracht valt onder het begrip arbeid. Daarnaast moet de werknemer op de door de werkgever aangegeven plaats zijn en kan de werknemer daardoor niet over zijn eigen tijd beschikken. De tijd dat een werknemer voor aanvang van de dienst aanwezig moet zijn en de tijd die een werknemer na afloop van een dienst langer moet blijven, wordt dus aangemerkt als arbeidstijd.
Conclusie is dan ook dat werknemers recht hebben op loon gedurende de tijd dat zij verplicht eerder aanwezig zijn of na afloop van een dienst op het werk moeten blijven. Als een werkgever niet bereid is over die tijd loon te betalen, dan kan de werkgever geen consequenties verbinden aan de afwezigheid van de werknemer voor of na afloop van de overeengekomen arbeidstijd/dienst.
Meer weten? Bel 055 3030000 of check onze nieuws rubriek!