Verruiming mogelijkheden tijdelijke verhuur woonruimte

Verruiming mogelijkheden tijdelijke verhuur woonruimte

Huidige wet

Sinds 2016 is het mogelijk om woonruimte voor bepaalde tijd te verhuren. Een zelfstandige woonruimte kan nu eenmalig voor een bepaalde tijd van 2 jaar of korter worden verhuurd. Onzelfstandige woonruimte kan nu eenmalig voor een bepaalde tijd van 5 jaar of korter worden verhuurd. De huurovereenkomst eindigt na de overeengekomen periode van rechtswege. Wel moet de verhuurder de huurder informeren dat de huurovereenkomst na afloop van de overeengekomen periode eindigt. Deze aanzegging moet door de verhuurder niet eerder dan drie maanden en uiterlijk één maand voordat de bepaalde tijd verstrijkt worden gedaan. Als de huurovereenkomst (stilzwijgend) wordt verlengd, dan ontstaat er een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd. De huurder kan de huurovereenkomst voor bepaalde tijd tussentijds opzeggen, maar de verhuurder kan dat niet.

Wetsvoorstel

Het wetsvoorstel ‘opkoopbescherming en verruiming mogelijkheden tijdelijke verhuur’ heeft onder andere tot doel de mogelijkheden tot tijdelijke verhuur van woonruimte te verruimen.

Wat verandert er?

Als het wetsvoorstel wordt aangenomen, wordt de maximale huurtermijn voor zelfstandige woonruimte verlengd met één jaar. Het wordt dan dus mogelijk om zelfstandige woonruimte te verhuren voor maximaal drie jaar in plaats van twee jaar. De maximale huurtermijn voor onzelfstandige woonruimte blijft ongewijzigd, dat blijft dus vijf jaar.

Het wordt mogelijk om de huurovereenkomst voor bepaalde tijd, maximaal één keer te verlengen voor bepaalde tijd. Dit gaat gelden voor zowel zelfstandige woonruimte als voor onzelfstandige woonruimte. Wel geldt dat de totale duur van de twee huurovereenkomsten voor bepaalde tijd de maximale huurtermijn niet mag overschrijden.

Als de verhuurder de huurovereenkomst eenmalig voor bepaalde tijd wil verlengen, dan moet de verhuurder niet eerder dan drie maanden en uiterlijk één maand voor het aflopen van de overeengekomen termijn de huurder informeren over het einde van de overeengekomen huurperiode. Alleen dan kan de huurovereenkomst voor bepaalde tijd worden verlengd.

Daarnaast wordt het mogelijk om bij tijdelijke huurcontracten een minimumduur af te spreken waarbinnen de huurder de huur niet kan beëindigen. Daarmee krijgt de verhuurder iets meer zekerheid. De minimumduur is afhankelijk van de duur van de huurovereenkomst. Bij een huurovereenkomst voor drie jaar, is de minimum duur maximaal één jaar. Bij een huurovereenkomst voor twee jaar, is de minimum duur maximaal zes maanden. Bij een huurovereenkomst voor één jaar, is de minimum duur maximaal drie maanden. Wordt een huurovereenkomst voor minder dan één kaar aangegaan dan kan er geen minimumduur worden afgesproken.

Dit wetsvoorstel is aangenomen door de Tweede Kamer.  De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel nog niet aangenomen. Het is nog onduidelijk wanneer de wet in werking treedt.

Wilt u meer weten over tijdelijke verhuur van woonruimte neem dan contact op met Ellen Brocatus, via 055 3030000 of per email ellen@kantoordreef.nl