Griffierechten
Griffierechten zijn de kosten die aan de gerechtelijke instantie moeten worden betaald bij de start van een procedure.
De hoogte van het griffierecht is afhankelijk van verschillende dingen, te weten: de gerechtelijke instantie waar de procedure wordt gestart, de hoogte van de vordering, of u een natuurlijk persoon bent of een rechtspersoon en of er wordt geprocedeerd op basis van een toevoeging (gefinancierde rechtsbijstand).
Bij een veroordeling in de proceskosten moet de verliezende partij ook de griffierechten van de winnende partij terugbetalen aan de winnende partij.
Het heffen van griffierecht heeft twee functies, namelijk (1) het opwerpen van een financiële drempel om te voorkomen dat er lichtvaardig wordt geprocedeerd over kwesties met een gering financieel belang en (2) het gedeeltelijk dekken van de kosten die de gerechtelijke instantie maakt om de zaak te behandelen.
Vroeger betrof het griffierecht een bescheiden bedrag. Tegenwoordig kan het griffierecht in een civiele procedure oplopen tot maar liefst € 5.610.
Momenteel is de hoogte van het griffierecht niet altijd in verhouding tot de hoogte van de vordering. Voor een vordering met een hoogte van € 500 moet een rechtspersoon thans € 507 griffierecht betalen. Dat is vreemd. Er is daarom een wetsvoorstel ingediend door minister Dekker om de wet griffierecht burgerlijke zaken te wijzigen, met als doel meer differentiatie aan te brengen in de griffierechttarieven die gelden bij lagere geldvorderingen.
Momenteel zijn er vijf griffierechtcategorieën te weten:
Vorderingen van € 0 tot en met € 500
Vorderingen van € 500 tot en met € 12.500
Vorderingen van € 12.500 tot en met € 25.000
Vorderingen van € 25.000 tot en met € 100.000
Vorderingen van € 100.000 of meer
Met de invoering van het wetsvoorstel komen hier drie griffierechtcategorieën bij, waarna er de volgende griffierechtcategorieën zijn:
Vorderingen van € 0 tot en met € 500
Vorderingen van € 500 tot en met € 1.000
Vorderingen van € 1.000 tot en met € 1.500
Vorderingen van € 2.500 tot en met € 5.000
Vorderingen van € 5.000 tot en met € 12.500
Vorderingen van € 12.500 tot en met € 25.000
Vorderingen van € 25.000 tot en met € 100.000
Vorderingen van € 100.000 of meer
Het wetsvoorstel is aangenomen door de Tweede Kamer. Als ook de Eerste Kamer het wetsvoorstel aanneemt wordt het starten van een procedure goedkoper bij de lage vorderingen.